top of page

Titel: Een goede dag voor de ezel

Auteur: Tim Krabbe

 

Samenvatting

 

Hoofdstuk I
Het verhaal begint bij Mischa Koreman, die heeft geoefend met het schieten met een pistool in het bos van Zuiderloo. Hij koopt in een sportzaak droge sokken, een gele muts en nieuwe schoenen die hij direct daar aantrekt. Wanneer hij de droge spullen aan heeft loopt hij naar de, door de verkoper, dichtbij zijnde bushalte richting IJperloo. Hij moet naar IJperloo omdat hij daar zijn auto heeft geparkeerd.  De auto heeft hij een stuk verderop geparkeerd omdat hij niet wilde dat zijn auto gesignaleerd werd waar hij met schieten aan het oefenen was. Zijn doel om te oefenen was namelijk om zijn ex-geliefde Lydie, die hem had verlaten te vermoorden. (ontrouw????)

 

 In de bus naar IJperloo zoekt hij een plek achterin waar het rustig is. Hier laat hij zijn gedachte, over zijn plan om zijn ex te vermoorden en hoe hij over was gegaan tot het kopen van een pistool en het uitzoeken van een oefenplek de vrije loop. Wanneer hij in gedachten zijn ex Lydie straft om wat zij hem heeft aangedaan,  wordt hij plots door het woord nikker uit zijn gedachte gehaald. Een scholier (Bart Meeuwse) is tijdens een van de haltes achter hem gaan zitten. Hij merkt op dat de jongen legerkistjes aanheeft en een hakenkruis op zijn tas heeft staan. Mischa irriteert zich aan de jongen maar durft niets te zeggen. (Hij wil niet opvallen??) De jongen roept vervolgens, ten overstaan van alle andere passagiers in de bus, “Viskutje”  naar een meisje dat voorin de bus zit. Wanneer het meisje nog verder vernederd wordt lopen de irritaties bij  Mischa steeds meer op. Hij irriteert zich zo aan de jongen, dat wanneer de jongen de bus verlaat, hij struikelend achter hem ook de bus uitstapt. Eenmaal buiten de bus achtervolgt hij de jongen die naar zijn huis loopt. De jongen woont in een afgelegen boerderij en wanneer zij vlak bij zijn huis zijn houdt Mischa hem staande.  Hij vraagt de jongen hoe het meisje in de bus heet die hij "viskutje"noemde. (Ze heet Esther Fechter). Hij vraagt aan de jongen waarom hij haar "viskutje" noemt. De jongen zegt dat het haar bijnaam is. Mischa zegt, de jongen onder schot houdend, dat hij haar voortaan bij haar echte naam moet noemen en dat de jongen hem dat moest beloven. De jongen beloofde dat niet en Mischa schoot de jongen zonder pardon dood. De jongen viel op zijn rug en Mischa schoot nogmaals 2 keer. Hij sleepte de jongen naar de berm en duwde hem vervolgens in het water. Waarna hij nogmaals schoot. Daarna liep hij naar zijn auto ,waarna hij naar Amsterdam reed  en zich daar ontdoet van het moordwapen en de spullen (schoenen en gele ijsmuts) die hij had aangeschaft. Thuis bedenkt hij wat er gebeurd is. Hij begon de dag om te oefenen met schieten met de gedachte zijn ex te vermoorden. De dag is afgesloten met een moord op een jongen die hij niet kent.

Hoofdstuk 2

Dit hoofdstuk speelt af op dezelfde dag als hoofdstuk 1 maar dan vanuit Wybren Fechter de vader van “Viskutje”. 

Hij heeft een briefje in de brievenbus gekregen waarop: "iedereen neukt "viskutje" staat. Hij wist dat het over zijn dochter Esther ging. Zijn gedachten gaan naar zijn dochter die dus al seks heeft. Esther en Wybren zijn na de dood van zijn vrouw verhuist van Amsterdam naar Zuiderloon. Het contact met haar na de dood van haar moeder is moeizamer geworden. Bij de brief denk hij direct aan Bart Meeuwse, de jongen met een hakenkruis op zijn tas. Esther had deze jongen wel eens meegenomen naar huis. Nadat de jongen op bezoek was geweest had Wybren  een film over de holocaust gehuurd, om zijn dochter te laten zien waar de hakenkruis voor stond. Na het tweede briefje dat hij krijgt waarop stond: "viskutje vindt het lekker”", besloot hij aan zijn dochter te vragen of zij weet waar die brieven overgaan. Maar zij geeft aan niet te weten waar de naam "viskutje" op slaat.
 

(vanaf nu is het dezelfde dag als hoofdstuk 1.)
Op een dag komt ze overstuur thuis, Bart heeft haar in de bus "viskutje" genoemd. Ze vertelt het hele verhaal, dat ze met Bart heeft geneukt omdat ze verliefd op hem was. Wanneer zij later hoort, dat Bart andere jongens liet toekijken als ze vrijden, wil ze het uitmaken. Maar dan wordt ze het slachtoffer van groepsverkrachting. Wanneer Wybren dit hoort is hij woedend en wil dat Bart gedood wordt, maar eerst gemarteld. Wybren ziet geen toekomst meer in Zuiderloon en wil samen met Esther een sabbatical year nemen. Om dan samen de wereld rond te reizen.  (vreemd want ze is 15 jaar en dan ben je leerplichtig, terwijl de schrijver ,Tim Krabbe, zegt dat ze niet meer leerplichtig is.) Hij beseft dat hij de jongen niet kan vermoorden, want dan is Esther alleen.

 

 Hoofdstuk 3

Dit hoofdstuk is weer vanuit Mischa geschreven die ondertussen in Sydney woont en een nieuwe vriendin heeft, waarvan de naam erg op die van zijn ex lijkt namelijk, Linda.
Mischa is uit Amsterdam gevlucht en naar Sydney verhuist. Tot zijn verbazing is hij niet opgepakt terwijl hij toch opgevallen was. Gele ijsmuts, struikelen bij het uitstappen, luciferdoosje met zijn vingerafdrukken. In de krant hebben ze het wel over een man met een gele ijsmuts gehad, maar ze zijn nooit achter zijn identiteit gekomen. In Sydney worstelt hij met het idee dat zijn nieuwe vriendin met een moordenaar een relatie heeft en dit niet weet. Hij denkt erover na om zijn daad aan zijn vriendin op te biechten maar tegelijkertijd is hij bang dat ze hem zou verlaten. hij besluit over de boulevard te wandelen om zijn gedachte op een rijtje te zetten. Wanneer hij langs een levend standbeeld loopt die een ezel uitbeeldt legt hij een briefje van 100 dollar bij hem neer. Op die manier hoopt hij,dat wanneer hij het zijn vriendin zal vertellen zij hem niet zal verlaten. (wie goed doet, goed ontmoet.)  Hij laat zijn gedachte nog de vrije loop en vraagt zich af,  of het zo zal zijn dat wanneer hij een geel ijsmuts op zal zetten iemand hem zal herkennen. Na enige tijd neemt hij plaats op een terras, waar later toevallig een man naast hem komt zitten omdat het verder erg vol op het terras is. De man bied hem iets te drinken aan, hij accepteert dit maar heeft verder geen behoefte om een praatje te maken. Hij merkt op dat de man naast hem ongeduldig op zijn horloge zit te kijken en plots ziet hij de ogen van de man oplichten. Wanneer hij de kant opkijkt waar de man naartoe kijkt kan hij zijn ogen niet geloven  ……… (later begrijp je als lezer dat Esther “viskutje” er aan komt lopen en dat de man naast hem de vader van “viskutje”is)


Hoofdstuk 4

Dit hoofdstuk is weer vanuit Wybren geschreven.
Ondertussen zijn Wybren en Esther naar Sydney, ze hebben een sabbatical genomen om alle sores achter hen te laten. Vandaag is de laatste dag voordat ze verder reizen (naar Nieuw Zeeland.) Hij en zijn dochter hadden gelezen over de moord op Bart en in gedachte is hij de moordenaar erg dankbaar. Heel even had hij getwijfeld of hij het niet zelf had gedaan in een of andere roes maar aangezien het tijdstip was dat onmogelijk. De reis met z'n tweeën was een goed idee, het doet hem en zijn dochter goed om alles achter zich te laten. Hij ziet haar stukje bij beetje weer opbloeien. Tijdens een wandeling over de boulevard ziet Esther een levend standbeeld als ezel. Ze vraagt haar vader 10 dollar omdat ze die aan hem wil geven. Wanneer zij het geld neerlegt ziet zij een biljet van 100 dollar. Ze loopt naar haar vader en vertelt dat er 100 dollar lag. Het is een goede dag voor de ezel, merkt hij op. Esther zegt tegen haar vader dat ze graag nog even alleen door de stad loopt.  Ze spreken een tijd af wanneer ze elkaar op het terras weer zullen zien. Wanneer Wybren bij het terras aankomt schuift hij aan bij een andere Nederlander en biedt hem iets te drinken aan. Hij probeert nog een praatje te maken maar merkt dat de man aan zijn tafel daar niet op zit te wachten. Ondertussen is de tijd dat ze afgesproken hebben verstreken en Wybren begint zich zorgen te maken. Tenslotte ziet hij haar aankomen en is hij opgelucht. Ze heeft iets voor hem gekocht. Hij staat op om af te rekenen en wanneer hij de kant van Esther opkijkt ziet hij haar praten met de man die aan zijn tafel zit. Wanneer ze vertrekken ziet hij een gelukkig persoon. Onderweg vertelt ze hem dat ze, zodra ze in het vliegtuig zitten, hem iets zal vertellen maar dat hij haar dan wel moet geloven. (de man aan tafel is Mischa en zij herkent hem van de bus)


Hoofdstuk 5
De verteller in het laatste hoofdstuk Mischa. We krijgen te lezen wat hij met Esther op het terras heeft besproken. Ze herkende hem vanuit de bus en ze had hem gevraagd waarom hij hem vermoord had. Hij had haar vertelt dat hij vond dat Bart zich misdragen had tegenover haar. Ze had hem ook gevraagd of Bart nog iets gezegd had. Hierop had hij nee geantwoord. Esther heeft hem bedankt voor de moord. Hierdoor besluit hij zijn daad niet aan zijn nieuwe vriendin te vertellen. Hij heeft toch een goede daad verricht. Wanneer Linda aankomt lopen vraagt hij zich af of hij net zo’n glimlach van geluk heeft als Wybren had toen hij zijn dochter zag aan komen lopen.

​

Thema

Moord / moreel dilemma

​

Motieven

​

Woede

Haatgevoelens die Mischa heeft jegens zijn ex zorgen ervoor dat hij zijn ex wil vermoorden. Echter nadat hij de jongen Bart heeft vermoord zijn, zijn wraakgevoelens verdwenen hij is zijn woede kwijt.

 

Toeval

Toeval zorgt ervoor dat, de jongen Bart wordt doodgeschoten. Maar het zorgt er ook voor dat Esther weer op kan klimmen uit een dal waar ze zich in bevind, nadat zij verkracht en gepest is.

 

Toeval dat Esther en Mischa elkaar in Sydney ontmoeten. Door deze ontmoeting kunnen zij beiden weer door met hun leven en dit hoofdstuk afsluiten.

​

De vraag die opkomt is. Vindt je het als lezer erg dat Bart is doodgeschoten. Het was een vervelende jongen en heeft ervoor gezorgd dat Esther verkracht is door een groep jongens. Verder is het een racist. Als hij niet vermoord zou zijn door Mischa zou zijn ex Lydie waarschijnlijk door hem vermoord zijn, alleen omdat zij hem had verlaten. 

​

Aan de andere kant is moord sowieso wel te verantwoorden? Dit is een dilemma waar de lezer voor komt te staan.

 

 

Opbouw:

 

Er zijn in het boek twee verhaallijnen. Het ene verhaallijn is vanuit Mischa (de moordenaar) en het andere verhaallijn is vanuit Wybren ( de vader van Esther)

Het verhaal heeft een chronologische volgorde met een kleine flashback in het eerste hoofdstuk. (hoe Mischa zijn pistool gekocht had)

​

Je valt als lezer direct in een handeling en het heeft een gesloten einde. 

 

Hoofdpersonen:


Mischa Koreman:


Mischa Koreman is de moordenaar. Hij zit vol met woede over de ontrouw van zijn ex (Lydia) Hij wil haar vermoorden maar door samenloop van omstandigheden vermoordt hij een Jongen Bart Meeuwissen.

Het is

 

Wybren Fechter:
 

Wybren Fechter de vader van Esther, zijn vrouw is overleden. Is verhuisd van Amsterdam naar Zuiderloon om een beter leven voor zijn dochter te creëren.

Bezorgde vader maar gunt zijn dochter haar privacy. Relatie met dochter wordt weer sterker na het gebeuren van zijn dochter en tijdens hun wereldreis.

 

Esther Fechter:


Esther Fechter is 15 jaar. Verliefd op Bart Meeuwisse  Slachtoffer van pesterij en van groepsverkrachting. Bloeit na de moord op Bart weer op.  


Bart Meeuwisse:


Bart Meeuwisse is een jongen die maling heeft aan andere mensen. Hij heeft een akelige karakter en heeft veel macht. Vrienden van hem kijken tegen hem op of zijn misschien wel bang voor hem en daarom praten en lachen ze met hem mee.

​

​

​

bottom of page